Leg nu die krant maar even neer,
echt lezen doe je toch niet meer,
huil nou maar even.
Ja, tegen iemands lichaam aan
zou dat natuurlijk beter gaan,
maar huil nou even.

Dat jij de enige niet bent,
dat is een troost die je al kent,
dus huil maar even.
Een ander troosten voor verdriet
dat kan ook niet, dat kan ook niet,
maar huil toch even.

Altijd maar flink zijn is niet goed:
als je niet weet hoe 't verder moet,
huil dan toch even.
Straks, met nog tranen langs je kin
denk je ineens: ik heb weer zin,
om door te leven.
Een gedicht die me vandaag raakt. Huilen mag, huilen is niet erg, huilen moet soms. Gelukkig.

Door Willem Wilmink, verschenen in 2002
 
Koelkasten. Ik heb er wat mee, en dan met name met koelkasten van anderen. Mijn eigen koelkast die ik deel met een huisgenoot is niet razend interessant. De koelkast van mijn vier andere huisgenoten is wel interessant. Zodra ik de keuken inkom, trek ik de deur open om te kijken wat mijn huisgenoten op de plankjes hebben neergelegd. Bij mijn ouders en vrienden is het niet anders. Ik trek graag de verlichte kast open om de gekochte en genuttigde boodschappen te bekijken.

Bij mensen die ik niet goed ken, trek ik die deur het liefst ook open, maar ik probeer me in te houden. Het is toch een beetje vreemd om in iemands anders koelkast te gaan rondneuzen. Eigenlijk zou het geen probleem hoeven zijn. Ik denk namelijk dat je door een koelkast iemand goed leert kennen. Alleen maar magnetronmaaltijden  (bah)of veel losse ingrediënten voor een heerlijke maaltijd? Van alle producten de light variant of alles zo vol, vet en puur mogelijk? De koelkast zegt iets over mensen.

Een vriendin van mij vindt het vreemd om bij verjaardagen een koelkast open te trekken om zelf drinken te pakken. 'Je bent op deze manier zo in iemands leven'. 
 
Geef me je jas 
van bont van teddyberen. 
Leg je arm om me heen 
en al je winterkleren. 
Zoen me tot ik warm word. 
Zoen me tot ik spin. 
Trek je eigen huid dan uit, 
stop mij eronder in. 
Sus me met je hartslag: 
wij ons wij ons wij ons. 
Maak van dit veel te grote bed 
een heel klein fort van dons.
Een gedicht waar ik het spontaan warm van krijg. De winter is nog zo erg niet.